In Memoriam

22•11•1951, Sluis, Nederland | 09•01•2015, Xàbia, Spanje

 

Unexpectedly and much too early on Friday January 9th Joop, our beloved husband and father, passed away. We would appreciate it if you would share with us your memories of him. If you prefer sharing your memories privately, you can email to vanderpligttimmermans@xs4all.nl. If you would like to share a picture, please send it to vanderpligttimmermans@xs4all.nl, if you’d like with a caption. We will add it to the gallery.

Onverwacht en veel te vroeg is op vrijdag 9 januari Joop, onze geliefde man en vader, overleden. Wij zouden het op prijs stellen als je met ons jouw herinneringen aan hem wil delen. Wil je liever jouw herinneringen alleen met ons delen, mail dan naar vanderpligttimmermans@xs4all.nl. Als je een foto wil delen, stuur deze dan alstublieft naar vanderpligttimmermans@xs4all.nl, eventueel met een titel. Wij zullen deze dan toevoegen aan de galerie.

Daniëlle, Rascha & Charis

 

(Your comment won’t show up immediately, we have to approve it first.)

(Jouw reactie zal niet direct verschijnen, deze moet eerst worden goedgekeurd.)

 

54 comments

  1. Vorig jaar heb ik eventjes les mogen krijgen van Joop. Ik kan niet zeggen dat ik hem goed heb gekend, maar ik ging altijd met veel plezier naar zijn lessen. Je kon zien dat hij passie had voor zijn vak en dat hij een bijzonder sympathiek mens was. Joop deed mij denken aan mijn oom en daardoor voelde hij voor mij ook een klein beetje als familie.

    Ik wens iedereen die hem mist heel veel sterkte toe.

  2. I am writing to express my deep appreciation for the life and work of Joop van der Pligt from far away Australia.

    Joop’s work had influenced me from almost the very first day that I started research in social psychology in 1984. I am glad that later in my career I had the honour to publish several papers with him through our mutual connections with Mariette Berndsen and Russell Spears. I will always remember his leadership role in the extraordinarily glorious days of his department at Amsterdam, times when it seemed to many of us to be the world capital of social psychology. I will also always remember his generosity to me.

    In that vein I would also like to express my sincere gratitude to Joop’s family for allowing his many work colleagues and friends to work through some of the grief and to share some of the joy through this page. That act of generosity at your time of loss is something of which Joop would be justly proud.

    Craig McGarty

  3. Ik heb Joop allang niet meer gezien en dat spijt me. Ik herinner me Joop als zacht, weinig oordelend en aardig– zijn lach komt bij me op. Hij kwam naar Amsterdam rond mijn afstuderen. Was hij eerder gekomen, dan had ik misschien sociale psychologie gestudeerd, maar in mijn tijd was de sociale psychologie stoffig. Hij was de jonge hoogleraar waarin iedereen hoop had gesteld dat hij orde zou scheppen in de vakgroep sociale psychologie en dat deed hij. Met positieve energie en zonder zichtbaar conflict. Het werd al snel een dynamische afdeling met veel andere jonge mensen. En in de jaren daarna werd Amsterdam een heel groot centrum voor sociale psychologie en dat was aan Joop te danken. In Amsterdam heb ik altijd aan de periferie van de vakgroep gestaan, maar ik heb toch vrij veel herinneringen.De eerste keer dat ik Joop echt meemaakte was op de Summer School van de EASP in Tilburg (waar hij docent en ik student was). Het was er gezellig en er werd hard gewerkt. In de loop van de jaren kwam ik hem tegen op congressen en hoorde ik over hem via verschillende vriendinnen die bij hem promoveerden. Een paar keer kwam ik hem ook tegen als bestuurder binnen de UvA. Ik herinner me Joop als een man die niet veel ruimte in nam, maar die toch de toekomst van een hele afdeling gekeerd heeft. Joop gaf ruimte en vertrouwen. Joop was in zekere zin ook een tegenkracht tegen het oude establishment, een meritocraat. Hij stond niet op zijn strepen en verwachtte eerlijke prestatie.Toen ik als postdoc een intern rapport grotendeels geschreven had, vroeg hij waarom niet mijn naam, maar die van de wetenschappelijk medewerker eerst stond. Dat typeerde Joop. Niet rang en stand, maar bijdrage moest tellen. Toen anderen mij vertelden dat Joop erg leed onder het nieuws van de fraudegevallen binnen sociale psychologie, begreep ik dat: Het ging in tegen alles waar Joop voor stond.
    Tot slot: Ik herinner me dat Joop –ik denk als eerste man binnen de faculteit– een dag per week ouderschapsverlof nam en inderdaad af en toe met zijn dochtertje langs kwam. Hij was liefdevol met haar (Rascha, ik denk dat jij het was). Ook daarmee verjoeg hij de stoffigheid van het oude departement.
    Ik wens jullie heel veel sterkte met het verlies van Joop!

  4. EEN HAIKU VOOR JOOP

    memories of Joop:
    brown images of the past
    soft-pink coloured

    Je was een fantastisch mens; humor en een groot hart sierden je!

    Mariette Berndsen

  5. Net als iedereen was ik volledig verrast en geschokt toen ik hoorde van het overlijden van Joop. Door de jaren heen hebben onze wegen zich herhaaldelijk gekruist, meestal bij promoties en congressen. Op YouTube kwam ik een filmpje tegen van het afstuderen van Tim Lampe in 2011, dat Joop laat zien zoals ik hem heb gekend, persoonlijk en met een bijzondere combinatie van warmte en relativering. Voor wie het ook wil bekijken: http://youtu.be/FUxQNktfpTw. Als ik Joop daar zie, dan is het onvoorstelbaar dat hij er voortaan nooit meer zal zijn bij dit soort gelegenheden. Ik wens de familie, naaste vrienden en collega’s veel sterkte bij het verwerken van dit verlies.

  6. Joop was my first professor in the Netherlands. I come from the Croatian educational system, where it’s unheard of to address professors by their first names. So it was quite a shock for me to encounter this professor who insisted I called him Joop (I have since luckily got used to it – thank you, Joop). Attending a course where everyone was allowed an encouraged to express their opnions, and everyone’s opinions seemed to weigh equally, was another novelty to me – something I first encountered in Joop’s class. But the thing I remember Joop most for – and it’s not that I knew him well at all – was an incident in which I had lost my umbrella, and have somehow wandered into the Social Psych department to look for it. Joop was in his office, and I asked him whether he had perhaps seen it. He said no, but said that he had an umbrella, and that I should take it. I thankfully declined, but he insisted – it was raining outside and he wasn’t going to let me leave without taking an umbrella (I think it was his only one, too). So I did. I still think fondly of this kind man who wouldn’t let an unknown first year research master student leave without taking his umbrella. Thank you, Joop.

  7. Hoewel ik al sinds 2008 onder Joops hoede werkte heb ik hem pas het afgelopen jaar beter leren kennen, toen hij met toenemende regelmaat onze kamer – naast de zijne gelegen – binnenstapte en zei “heren, ik hoor weer jullie gebrom”, vervolgens een zakje snoep van mijn kamergenoot pakte en alsmaar kauwend een gesprek begon. Vaak ging het over iets dat hem dwars zat en niet altijd lukte het hem om aan het einde luchtig-sarkastisch af te sluiten.

    Om zijn speciale humor was Joop natuurlijk bekend. Een persoonlijk voorbeeld hiervan staat mij nog in het geheugen gegrift: op een zondagochtend speelde ik met mijn oudste zoon in het hofje achter onze flat toen Joop opeens voorbij reed om zijn zus op te halen die aan hetzelfde hofje woonde. Zonder een spier te vertrekken stapte hij uit de auto en zei “zo, Nils, even kijken of je aan het werk bent”.

    Ik ben pas de laatste weken echt te weten gekomen hoeveel Joop voor de sociale psychologie heeft gedaan. Dat zal er deels aan liggen dat ik de jaren van opbouw niet zelf heb meegemaakt. Maar het ligt zeker ook aan Joops bescheidenheid. Een collega zei ooit dat Joop meer inhoud dan ego had. Ik zou eraan willen toevoegen dat hij ook meer hart had dan ego, iemand met wie het makkelijk persoonlijk werd, iemand die ik vertrouwde.

    Vaarwel Joop!

  8. Op mijn vijftigste verjaardag kreeg ik van Joop een boek: “De boomgaard der gelukzaligen; De wereld van Nescio — 50 jaar later”. Het is een boek met citaten uit Nescio’s Natuurdagboek van 1946 tot 1955. Bert Verhoeff heeft die plekken opgezocht en foto’s gemaakt van wat Nescio in 1999 zou hebben gezien. Het hoeft niet te worden gezegd: Nescio zou zijn overvallen door grote treurnis. “Overal wordt Holland dichtgebouwd met fabrieken en huisjes…”
    De keuze van het boek was treffend. Niet alleen omdat ik vijftig werd (Joop was twee jaar en nog wat maanden jonger), maar vooral omdat het wat over Joop zegt.
    Ik ken Joop ook, net als Kees van Uien, Maurice Teunissen en Joop Miermans, van Oosterhout waar hij en ik op dezelfde HBS zaten. Provadja, inderdaad. Ik kwam van een naburige plaats, meestal op de fiets, en reed op een maandagochtend door de straat van Provadja waar de brandweer de club stond te blussen. Nog voor het begin van de lessen Joop van de brand verteld. Hij heeft die dag gespijbeld.
    Ik ken Joop ook van onze studententijd. We studeerden allebei psychologie, woonden bij elkaar in de buurt (Zuilen) en fietsten dus gezamenlijk op. Avonden bij elkaar met muziek (onder andere Imagine van John Lennon, David Bowie, Hendrix), en wandelen langs de Vecht. Praten praten praten tot diep in de nacht over alles wat ons, en vooral Joop, bezighield. Op een avond verging hij van de pijn in de buik. Op aandringen van Emmie en mij naar de dokter. Twee dagen later bleek het een blindedarmontsteking te zijn.
    Na de studie zagen we elkaar niet zo vaak meer. Joop ging naar Engeland (onder andere Bristol en London) en promoveerde daar. Er was nog incidenteel contact. Kaartjes met verjaardag en zo. Oratiefeest in Voeren.

    Het is nu 65 jaar later. Nederland is er niet gelukzaliger op geworden. Nescio duikt steeds op in de verhalen van en over Joop. Er school een romanticus in Joop, meestal sereen, bedaard en ingetogen. En verlegen. Dat zat hem ook wel eens dwars, al — of juist — in de studententijd. Later moet dat zijn vergroeid, want voor ik het wist was hij hoogleraar aan de VU en later UVA. Daar houd je je niet staande als verlegen romanticus. Maar net als Nescio kon hij smartelijk zijn over de fabrieken en de huisjes in de Vechtstreek. Als de weggetjes er nog zijn, worden ze nu bevolkt door joggers , wielrenners, kinderwagens en inrijverboden. Joop, waar is die boomgaard der gelukzaligen nu?

    De begrafenis heb ik niet kunnen halen. Er lag hier te veel sneeuw. Een Nesciolandschap.

    Daniëlle en kinderen, veel sterkte.

    René van Hezewijk

  9. In het schooljaar 1964 – 1965 heb ik Joop in HBS 1A (de klas met de niet katholieken) op het Mgr. Frencken College in Oosterhout wiskunde mogen geven. Een zeer goede, positieve leerling.. Op zijn rapport alleen de cijfers 8,9 en 10. Met lof bevorderd naar klas HBS 2A. In 1965 ben ik op een andere school gaan werken. Via publicaties in de dagbladen heb ik Joop de afgelopen jaren kunnen volgen. Familie van der Pligt veel sterkte.

  10. Maandagochtend, anderhalve week geleden, fietste ik vlak langs de UvA en dacht dat ik je zag fietsen. Ik moest grinniken om de herinnering aan het praatje dat je hebt gegeven voor mijn buluitreiking, waarin je vertelde dat je me weleens vanuit de tram had zien fietsen. Je vond me onherkenbaar, net een bezetene – en volgens jou verdween al mijn elegantie als sneeuw voor de zon als ik op de fiets zat. Typisch Joop om dit tijdens m’n buluitreiking aan te halen, je had direct alle lachers op je hand.

    Hoewel jij m’n these-begeleider niet was, had ik specifiek jou gevraagd om mijn praatje te houden. Jij was voor mij zo ontzettend belangrijk geweest tijdens mijn studie. Eigenlijk was ik bij toeval bij jou terecht gekomen toen ik in het laatste jaar van m’n bachelor besloot om uit te proberen of onderzoek doen iets voor mij was. Ik weet nog dat ik vroeg of ik onbetaald je onderzoeksassistent mocht zijn. Dat mocht niet van jou. Wat daarin tegen wel mocht was mijn eigen onderzoek doen en daar zou jij me dan bij helpen. We vonden elkaar meteen door onze vaak sarcastische invalshoek. Mijn vele bezoekjes aan jou die door liepen tijdens m’n master en zelfs daarna waren altijd lichtpuntjes waarnaar ik uitkeek. Wat was ik dol op onze ontmoetingen waarin we ook wel wat onderzoek bespraken, maar waarin ik toch eigenlijk voornamelijk jouw betogen over van alles en nog wat aanhoorde. Ik vond het prachtig! Ik was trots dat ik met je samen mocht werken en dankbaar voor alles wat ik van je leerde (zowel in wetenschappelijk als algemene zin).

    Je hebt me geholpen op tal van manieren, gunde me zoveel. Door jou ben ik gaan promoveren. En hoewel je je me uiteraard m’n promotie-plek gunde, vond je het geloof ik maar niks dat ik daarvoor naar die “snelle jongens” in Rotterdam vertrok. Was toch een beetje m’n ziel aan de duivel verkopen dat bedrijfskunde.

    Toen ik dacht dat ik je zag, die maandagochtend op de fiets, besloot ik dat ik die middag bij je langs zou wippen. Ik had je al veel te lang niet gesproken of gezien, wat deels kwam doordat ik me schaamde omdat ik maar niet toekwam aan onze projecten samen. Twee uur later kreeg ik een berichtje dat je was overleden…

    Ik kon en kan het nog steeds niet geloven. Ik heb je nog zoveel te vragen, heb nog zoveel van je te leren en ik zou je nog zo graag willen vertellen hoe belangrijk je voor mij bent (geweest).

    Lieve Joop, ook ik zal volhouden – maar voorlopig wel met tranen in m’n ogen.

    Ik wens je gezin en familie alles sterkte toe die zij nodig hebben om met dit vreselijke verlies om te gaan.

  11. De krant lezend, zag ik dat Joop overleden was. Ik schrok me kapot. We hebben in de jaren 90- ik mag wel zeggen- heel intensief- samengewerkt met veel plezier en humor en avondlijke telefoongesprekken. Wim Koomen schets een mooi beeld van hoe het ging: heel serieuze zaken , maar wel een knipoog.We zijn elkaar een aantal jaren uit het oog verloren, maar niet uit het hart, denk ik. Wrang detail is dat ik van plan was Joop te bellen om elkaar weer eens na zo lang weer te ontmoeten.Het mocht niet weer mogen.Ik mis Joop!

    Danielle en dochters: veel sterkte,

    FlIp Popma

  12. I was very saddened to hear that Joop passed away so unexpectedly. He was my teacher at the University of Amsterdam and later my mentor for my master´s thesis. When I finished my studies in Amsterdam I moved to Spain for my PhD and we continued working together to this day. When I heard the news that he passed away, I was just about to email him about the exciting results from our last study. He was a great mentor –always supportive, constructive, with great ideas, and the right advice. I only wish I could have some more time to spend with him (I have known him only since 2011). He knew so much about so many interesting things!

    I also always appreciated his sense of humor and his thoughtfulness. We would laugh together at my silly mistakes when trying to speak proper Dutch. When my mother visited me in Amsterdam while I was busy writing my thesis, he bought her some chocolates because he thought it was unfortunate that she came at a time when I was so busy. Once I received an email from someone I did not know from my university in Spain saying that they had a surprise for me from Holland. Guess what – Joop had sent me my favorite stroopwafels! This is just the person he was, very funny and thoughtful! He also frequently spoke about his family and was very excited about the house in Spain.

    It was an honor to be Joop´s student and I will miss him a lot. I wish his family strength in this difficult moment.

  13. Joop en ik kwamen elkaar op verschillende manieren in de wetenschap tegen. Al jaren. Eerst als promotor van mijn Leidse maatjes, later als collega van mijn vrouw en nog dichterbij het heden als onderzoeksdirecteur van de UvA psychologen. In 2011 sprak ik Joop weer eens wat langer. In Kyoto, nota bene, op een conferentie. Ik zag erg op tegen mijn eigen presentatie omdat ik het publiek niet goed kon inschatten. Joop keek me aan met die vorsende blik van hem en zei ‘nou Jeroen, ik zou me er niet al te druk over maken, straks zijn we toch allemaal groen’. Het was kort na de Fukushima kernramp. Groen zijn we niet geworden, maar het is verschrikkelijk dat zo’n echte Joop grap voor hem werkelijkheid is geworden.

    Ik wens Danielle, Rascha & Charis sterkte. Dit gat kan nooit meer worden opgevuld.

  14. Ik heb Joop maar korte tijd meegemaakt. Werkte op het bureau van de faculteit als verantwoordelijke voor het onderzoek- en onderwijsbeleid. Hij was de eerste psycholoog met wie ik wat directer te maken kreeg na de vorming van de FMG. Zijn gevoel voor humor kwam overeen met het mijne en we hebben regelmatig commentaar geleverd op absurde ontwikkelingen in beleidsland.
    Het is godgeklaagd dat hij er niet meer is.
    Ik wens jullie veel sterkte, want dat zal wel nodig zijn.

  15. Beste Charis, Rasha en Danielle,

    De laatste keer dat ik jullie zag en sprak hebben de meiden, Joop en ik gewandeld met mijn hond Soesa. Even erop uit tijdens de verjaardag van Loes. Want ja…. Joop hield van honden en vond het leuk en belangrijk dat zijn dochters daar ook iets van mee kregen.
    Als vriendin van Loes was ik ook zo brutaal om Joop te vragen of hij mij een stagiair kon leveren die degelijk onderzoek deed en dat regelde hij prompt. Geweldig!
    Ik zag Joop alleen op de verjaardagen van Loes en herinner me Joop als een echte verhalen verteller die met een kritische en humoristische noot het spel tussen mensen (in en om het werk) kon beschouwen en zich niet voor de gek liet houden. Cadeautjes voor Loes (en ik neem aan ook voor zijn vrouwen) zocht hij altijd met zorg en aandacht uit en pasten precies bij wat mooi of nodig was. Met humor en zorgzaamheid belde hij bijna elke dag zijn moedertje in Oosterhout en het afgelopen jaar was hij minstens elke 14 dagen daar om haar te steunen of zaken te regelen.
    Wat zullen jullie alle vijf hem missen. Houdt elkaar vast in de wetenschap dat hij jullie alles meegegeven heeft wat hij belangrijk vond!

    Heel veel sterkte,

    Hanneke Visser

  16. Ik solliciteerde in 1989 naar een baan als AIO bij Joop. Joop was cool. Bij het sollicitatiegesprek stelde hij, in een roze T-shirt in de vensterbank shag rokend, mij wat vragen met zijn sonore stem, een stem waarop een gemiddeld lid van de Camorra jaloers zou zijn. Mede door een aanbeveling van Wim Koomen, bij wie ik afstudeerde, was het binnen een half uur geregeld. Zo ging dat. Van het voorstel dat Joop had geschreven, over False Consensus, heb ik eerlijk gezegd niet één studie uitgevoerd. Als snel ging het onderzoek een andere kant op en het tekent Joops ruimhartige karakter dat dat kon. Het tekent ook het vertrouwen dat hij had in mijn copromotor, Wim Koomen. En het zegt iets over onze relatie, altijd een beetje los-vast. Zo vergat ik Joop uit te nodigen voor mijn promotiediner, maar ach, we konden er wel mee leven allebei, hij had toch iets anders te doen die avond. Joops fantastische, licht spottende humor was een van zijn bijzondere eigenschappen. En dat terwijl ik zelf, met mijn oudtestamentische spreek- en vliegangst, regelmatig zijn grappen over mijn onhandige eigenschappen mocht ondergaan. Joop zelf was daarentegen iemand die in die tijd, op een congres, ik meen in Lissabon, tot diep in de nacht kon doorzakken om de volgende ochtend als eerste spreker een eloquent betoog uit zijn mouw te schudden. Jaloersmakend. Ik sprak Joop nog af en toe, liep even binnen op zijn kamer, even kijken hoe alles er mee stond en hoe het met de sociale psychologie ging, altijd onmiddellijk in een warme en vertrouwde sfeer. Ik heb een grote sympathie voor hem gevoeld. Het is verschrikkelijk dat hij er niet meer is. Van sommige bomen kun je je nauwelijks voorstellen dat ze gerooid worden. Joops dood heeft iets onwerkelijks, iets onredelijks. Ik wens zijn naasten alle sterkte in deze afschuwelijke periode.

  17. Wij waren geschokt na het bericht van het overlijden van Joop.

    Het spijt ons zeer dat jullie slechts zo kort samen hebben kunnen genieten van het huis in Spanje.

    Wij wensen Danielle en de kinderen veel sterkte toe en staan klaar als wij iets voor jullie kunnen betekenen.

  18. Wat een schok toen ik de rouwkaart las ! Joop, de vertrouwde buurtgenoot is niet meer !

    Joop en Daniëlle heb ik leren kennen op de crèche bij ons om de hoek waar onze dochters dikke vriendinnen werden. De dochters speelden over en weer bij elkaar. Zaten beiden bij Ksenia op tekenen waar ze hun tekentalent ontwikkelden. Ook logeerde onze dochter wel eens bij Rascha in Joops vakantiehuisje in de Ardennen bij Trois Ponts. Daar zijn we zelf ook een paar keer geweest en hebben daar op doorreis ook een keer gelogeerd. Dat was een gezellige avond. Nadat onze dochters naar andere middelbare scholen gingen werd het contact minder maar als buurtgenoten kom je elkaar toch nog tegen bij de supermarkt of op straat. Daar sprak ik Joop dan ook even kort bij de boodschappen of als hij langsfietste door de Valeriusstraat.
    De laatste jaren spraken we onder andere over onze longen en de slechte lucht in Amsterdam waar we allebei last van hadden. We zouden nog een keer gaan lunchen in de stad als ik in de buurt van de UVA was, waar ik toen studenten coachte. Helaas is dat er niet van gekomen.
    Het laatst sprak ik Joop December afgelopen jaar bij de Jumbo, daarbij begreep ik dat hij al druk bezig was met zijn plannen voor na zijn pensionering.
    Joop was altijd vol belangstelling en had een heerlijk gevoel voor humor.
    Ik zal onze ontmoetingen missen.

    Daniëlle, Rascha en Charis, ik wens jullie veel sterkte voor de toekomst.

    Frans Klein,
    mede namens
    Catherine
    Frederike
    Eduard

    1. Nidia en ik hebben Joop en Daniëlle leren kennen via de crèche. Olivier, onze oudste zoon, speelde toen veel met Frederike, en dus ook met Rascha. Daardoor is een band ontstaan, die – ook als je elkaar soms jaren niet treft – blijvend is. Mijn laatste herinnering aan Joop is – net als Frans hierboven en Rob iets verderop – in de supermarkt om de hoek. Daar kwam ik hem einde ochtend tegen, ik liep net met een leeg kratje bier om in te leveren. Joop keek zogenaamd bedenkelijk naar dat kratje, en ik legde zogenaamd betrapt uit dat ik mijn ochtendkratje kwam omruilen. Ik hoor nog zijn lach daveren door de winkel. Een goeie laatste herinnering, dat wel.
      Lieve Daniëlle, Rascha en Charis, helaas weten wij maar al te goed hoe zwaar het nu voor jullie is. Wij wensen jullie dan ook heel veel sterkte, kracht en steun toe ! Mede namens Olivier en Maarten, Paul Heerink

  19. In de afgelopen tien jaar liep ik Joop slechts één keer tegen het lijf. Toch was ik flink van slag toen ik verleden week het verschrikkelijke nieuws moest vernemen. Sindsdien is er geen dag voorbij gegaan zonder dat ik aan Joop heb gedacht.

    Joop was een bijzonder mens. Van 1989 tot 1993 jaar was hij mijn mentor en mocht ik genieten van zijn bijzondere karakter, zijn wetenschappelijke en taalkundige bekwaamheid, zijn scherpe observatievermogen en heerlijke gevoel voor humor. Voor mij was hij de ideale begeleider. Hij liet me volledig vrij terwijl hij toch een essentiële rol speelde bij alles wat ik in die vier jaar deed.

    Eén anekdote is mij altijd bijgebleven. Ik mocht met Joop mee naar een small group meeting in Canterbury. Dat was een heerlijk ontspannen uitje voor mij, omdat ik geen voordracht hoefde te geven. Dat deed Joop. Nadat we de de eerste dag van de meeting in de pub hadden afgesloten, ging Joop om elf uur terug naar het hotel om zijn praatje voor te bereiden. Hij had er nog niets aan gedaan en had alleen wat onbeschreven sheets en viltstiften meegenomen vanuit Nederland. De volgende morgen oogde hij geheel fris en wist hij iedereen te boeien met een fantastische presentatie.

    Joop bereidde zich niet altijd even grondig voor, maar hij heeft met tomeloze inzet veel voor de sociale psychologie in Nederland betekend.

    Daniëlle, Rascha en Charis, ik wens jullie veel sterkte toe. Joop is veel te vroeg uit jullie leven weggerukt.

  20. Beste Daniëlle, rascha en charis,

    Wat een groot verlies. Ik sprak Joop nog 3 weken geleden. Zoals altijd als ik hem op zaterdag ochtend tijdens het boodschappen tegenkwam hadden we een gesprek van 10 a 15 minuten. De laatste keer vertelde hij over het huis in Spanje en hoe heerlijk hij het daar vond en zich daar in de nabije toekomst vaker voor langere periode zag zitten. Hij vertelde ook dat zijn pensioen naderde en dat dat ok voelde en er genoeg leuke dingen naast de vakgroep bleven bestaan. Natuurlijk bespraken we altijd even de nieuwtjes over de kinderen. De gesprekken met Joop waren altijd humoristisch, vriendelijk en persoonlijk tegelijk. Ik zal onze gesprekken enorm missen.

    San, Maarten, Eline en ik wensen jullie heel veel sterkte met het te vroege verlies van Joop. Mochten we ergens mee kunnen helpen, laat het ons weten.

    Groet,
    Rob
    Sandra

  21. Het is een week geleden dat Bram en ik het verdrietige nieuws hoorden, en binnen minder dan een week is het werkelijke afscheid van Joop. Continu gaan mijn gedachten uit naar Daniëlle, Rascha en Charis en leef ik intens met hen mee… Hoe is zo’n groot verlies van je dierbare te bevatten, te onderkennen en te weten dat het pijnlijk waar is. En dan nog op den duur het verlies te accepteren…
    Steeds denk ik terug aan mijn bijzonder leuke eerste ontmoeting met Joop, Danielle en de meiden, afgelopen zomer in Xabia. Het plan was om bij een authentiek Spaans restaurant te gaan eten, maar we belandden bij een Italiaans restaurant in Denia. Veel verhalen en anekdotes kwamen ter tafel, en ik zie Joop nog zitten, terwijl hij genoeglijk luisterde en genoot. Ook hebben we die avond flink rondgedwaald, op zoek naar een Flamenco optreden, dat volgens Bram in de buurt van de haven moest zijn, maar dat er niet was… Het was ergens wel hilarisch! Ook heb ik leuke herinneringen aan onze gesprekken tijdens de etentjes met Danielle en Joop in Amsterdam. Het besef dat Joop er niet meer is, en het gegeven dat voortzetting van onze gezamenlijke contacten zich niet meer zullen voordoen, wil nog niet tot me doordringen…

    In mijn eerste en laatste mailwisseling met Joop bedankte ik hem, omdat hij een van zijn studenten op mijn onderzoeksactiviteiten en publicaties had geattendeerd. En bovendien haar had aangespoord om contact met mij op te nemen. Ik vond dat ontzettend leuk, vooral omdat ik me realiseerde dat ik op het gebied van overredende communicatie en gedragsverandering binnen de (mond)gezondheid nog veel van Joop had kunnen leren…

    Zoals ik Joop heb leren kennen, stelde hij oprecht de vraag hoe het met me ging? Ik schreef hem dat ik een beetje aan het bijkomen was van alles… Ook schreef ik hem dat ik helemaal niet het type ben, dat tegen ziek, zwak, misselijk, dood en afscheid kan, dus het allemaal wel flink beladen was. Echter, dat ik even daarvoor het van me had afgeschreven, omdat ik nog een column moest schrijven…

    Nu poog ik ‘het’ maar weer van me af te schrijven, want volgens Bram helpt het me… Heel fijn en ‘gelukkig’ dat we tijdig kunnen terugvliegen om bij begrafenis te kunnen zijn. Maar wat is ‘op tijd’???

    Joop zal voor ons altijd verbonden blijven met Xabia, en in gedachten met Uruguay.
    Danielle, Rascha en Charis, ik koester onze kortstondige, maar indrukwekkende herinneringen met Joop!

    Veel sterkte en tot gauw. Liefs, Yvonne

  22. Joop sprak ik voor het eerst persoonlijk, zoals door hem beschreven in mijn afscheidsbundel -mede een initiatief van Joop – in de trein naar huis na een congres; het was het jaar 1985. Ik vertelde dat ik erg blij was met zijn komst naar de Universiteit van Amsterdam omdat er veel werk te doen was en een verandering in de vakgroep Sociale Psychologie hoognodig was. Zoals Joop het beschreef, was de vakgroep inderdaad een moeilijk geval. “Een bonte verzameling eenlingen met elk hun eigen problemen en probleempjes, een gecompliceerde machtsstrijd aan de top en daaronder junior medewerkers met een onduidelijke rol.” Kortom, het was een nogal ingewikkeld sociaal-psychologisch probleem dat Joop op zijn bord kreeg. Gelukkig slaagde hij met glans in het vinden van een oplossing. Er volgde een reorganisatie en er kwamen nogal wat nieuwe gezichten uit Nederland en Engeland, maar er verdwenen ook medewerkers. Joop heeft mij later verteld dat ook ik was gewogen en gelukkig niet te licht was bevonden.

    Dankzij Joop kwam de vakgroep in gunstiger vaarwater. Mede dankzij zijn plezierige manier van omgaan met de vakgroep, kwam er rust, meer plezier in het werk, en de productie nam flink toe. De vakgroep ging bloeien. Daardoor heeft Joop een heel belangrijke rol in mijn (wetenschappelijke) leven gespeeld; hij heeft mijn omgeving veranderd en mij in sterke mate gestimuleerd. In sombere buien denk ik wel eens wat er zou zijn gebeurd als Joop niet in mijn leven zou zijn gekomen. Ik heb daar angstige vermoedens over en er groeien dan een grote dankbaarheid en bewondering over wat hij allemaal heeft gedaan en bereikt.

    Bovendien ontstond er ook een persoonlijke samenwerking, die resulteerde in een aantal artikelen van promovendi waaraan onze namen verbonden zijn. Na mijn afscheid vroeg Joop mij samen verder te gaan met onderzoek en publiceren; hij wilde vermijden dat ik in een zwart gat zou vallen. Dat resulteerde in een publicatie over handhaving, samen met Frenk van Harreveld, en een publicatie over radicalisering en terrorisme, beide als uitvloeisel van een opdracht van het Ministerie van Justitie. Ook hiervoor ben ik hem zeer erkentelijk. Ten slotte werkten we aan een Engelstalige versie van het boek over radicalisering en terrorisme met uitbreidingen en minder oog voor de Nederlandse situatie. Het manuscript daarvan is inmiddels zo goed als klaar. Ik hoop de verdere afhandeling te kunnen voltooien. Wat zou het Joop een plezier hebben gedaan als hij het gedrukte boek even had kunnen strelen. Wat ik trouwens in deze periode maar ook eerder ook zo in hem heb gewaardeerd, waren zijn genereuze steunbetuigingen en raad; ik, maar ongetwijfeld ook vele anderen, konden altijd op hem terugvallen.

    Maar ja, samenwerking met Joop diende niet alleen de wetenschap. Hij nam ook, gelukkig, de ruimte voor grappen, practical jokes en humor. Zijn meesterhand daarin zorgde dat er veel te genieten viel. Bijvoorbeeld de erkenning van mij als verkiezingsafgevaardigde categorie 1a (inclusief vervoer koffer naar het Maagdenhuis) met een fraaie rol van Joop. Ik ontving van hem als decaan en Flip Popma als directeur van de Faculteit Psychologie een tongue-in-cheek dankzegging voor mijn werkzaamheden als verkiezingsgedelegeerde ten behoeve van de raadsverkiezingen. Ik had mijn taak zeer adequaat uitgevoerd en het koffertje met de relevante bescheiden veilig bezorgd op het Maagdenhuis. Later ontving ik een pagina-groot, fraai uitgevoerd getuigschrift. Wat opviel was het verschil in grootte van de handtekeningen van beide heren in de dankzeggingsbrief. Die van Flip was heel groot, en vele malen groter dan die van Joop. Dat bood mij gelegenheid voor een reactie. Ik meldde, naar waarheid, dat de onderzoeksliteratuur uitwijst dat een kleine handtekening een gebrek aan zelfvertrouwen weerspiegelt. Joop heeft mij toen een zogenaamd vertrouwelijke brief geschreven, waaraan het getuigschrift met nieuwe handtekeningen was toegevoegd. Joop schreef zegevierend dat drie dagen hakken op Flip duidelijk resultaat had gehad. Zijn eigen handtekening was nu buitengewoon royaal in omvang, en die van Flip heel klein en beverig. Joop voegde nog toe dat “dit alles een zeer bevrijdende episode is geweest in mijn leven. Eigenlijk sta jij aan de weg van deze transformatie en daarvoor wilde ik je bedanken.” Voor zover mij bekend, is Joop overigens zijn kleine handtekening altijd trouw gebleven.

    Een bloeiende vakgroep, persoonlijke samenwerking, humor en grappen vormen een geschikte voedingsbodem voor vriendschap. En die vriendschap, althans zo heb ik dat ervaren, was duidelijk aanwezig. Op grond van dit alles zal ik Joop ontzettend missen en me hem met heel veel respect en genegenheid herinneren. Daniëlle, Rascha en Charis, heel veel sterkte; wat moeten jullie het moeilijk hebben.

    Wim Koomen

  23. In Memoriam Joop van der Pligt

    De Kraneweg in Groningen, eind jaren tachtig (ja, de vorige eeuw). In drie woonhuizen is het Instituut voor Sociale en Bedrijfspsychologie gevestigd. Op de doorgebroken zolder huizen de onderzoeksassistenten en promovendi, waaronder Daniëlle Timmermans, Wilma Otten, Jan Bruins, Dick de Gilder, en Naomi Ellemers. We spreken over pre-historische tijden. Statistische analyses doen we op een van de zolderkamers, er zijn drie terminals. Als je een MANOVA aanzet, duurt het wel een half uurtje voordat de uitslag bekend is, dus er is tijd genoeg om samen koffie te drinken. Al met al wordt aan het koffie drinken en doornemen van belangrijke levensvragen minstens net zoveel tijd besteed als aan het schrijven van onze proefschriften.
    Nadat ze teruggekeerd is van een SPUDM congres, zit Danielle niet meer zo rustig bij de koffie. Als haar telefoon gaat springt ze op, rent weg, en doet de deur van haar kamer dicht. Dat is Joop, begrijpen we pas later.
    Wij zijn allemaal aio’s, hij is hoogleraar. We vinden het wel stoer van Daniëlle dat ze zo’n aantrekkelijke partner aan de haak heeft geslagen, maar voor ons voelt het wat ongemakkelijk. Waar wij elkaar allemaal om raad vragen of teksten laten lezen als we het even niet meer weten, doet Daniëlle dat bij Joop pertinent niet. Het lijkt ons juist wel handig om een ‘eigen’ hoogleraar bij de hand te hebben, als je een proefschrift aan het schrijven bent. Maar Daniëlle zegt dat Joop het al druk genoeg heeft met zijn eigen aio’s, en ze hem niet met haar eigen zorgen wil lastig vallen.
    Ook wij houden een beetje afstand. Inderdaad, wij staan allemaal aan het begin, en Joop is al gevestigd. Het voelt als ‘valsspelen’ om hem als vriend te benaderen. De contacten met Joop verlopen in die eerste jaren vooral via Daniëlle, en zijn vooral professioneel van aard.
    Omdat Joop inhoudelijk met geheel andere zaken bezig is dan ik, komen we elkaar in het werk niet zo vaak tegen. Als ik op de UvA ben loop ik meestal wel even zijn kamer binnen om dag te zeggen. Karin weet gelukkig wie ik ben, en laat me doorlopen. En er is altijd wel tijd voor een cynische opmerking of een goede grap, meestal getuigend van relativeringsvermogen en zelfspot.
    Bijna ongemerkt betrekt Joop me bij zaken waar ik mezelf nog te jong en onervaren voor acht. Joop, de voorzitter van de ASPO en hoofdredacteur van de ASPO bundel vraagt mij als kersverse UD om tot de redactie toe te treden. Een grote eer. Het is veel werk, Joop vraagt me kritisch hoeveel tijd ik aan elk manuscript heb besteed, schrikt duidelijk van wat ik hem vertel, en neemt me vervolgens bij de vergaderingen volstrekt serieus. Enkele jaren later, als het Kurt Lewin Instituut na de eerste oprichtingsjaren in rustiger vaarwater komt, zegt Joop dat ik best lid kan worden van het bestuur. Volgens mijn herinnering ben ik de enige in dat gezelschap die geen hoogleraar is. Maar Joop denkt dat het wel kan. Een paar jaar later stelt hij voor dat ik maar voorzitter van dat bestuur moet worden, en nog weer later beweert Joop dat ik gerust een volgende termijn voorzitter kan zijn, als iedereen dat wil.
    Inmiddels wonen we allemaal in Amsterdam, zijn allemaal wat verder met ons leven, en zoeken elkaar ook buiten het werk wat vaker op. Joop en Daniëlle gaan een aantal levensfases net wat eerder door dan wij. Dus kunnen we veel van hen leren over het kopen en verbouwen van een huis in Amsterdam, het combineren van een gezin met twee drukke banen, en het vinden van een middelbare school in Amsterdam-Zuid.
    Als we op kraamvisite gaan, na de geboorte van Rascha, hebben we nog nooit een baby van dichtbij gezien, en geen idee wat we moeten doen. Nadat we via de slaapkamer van Joop en Daniëlle (op de verbouwde zolder van hun huis) op het dakterras zijn aangekomen, zegt Daniëlle dat we eerst onze handen moeten wassen, voordat we Rascha mogen vasthouden. Zuchtend ga ik de trap weer af naar beneden. ‘met zeep!’ roept Daniëlle me achterna. Joop is nog vol van de bevalling. Hij beschrijft hoe Daniëlle zich vasthield aan de pilaar midden in hun slaapkamer die we net hebben gezien, en dacht dat ze die compleet omver zou trekken. Hij was diep onder de indruk van de fysieke en mentale kracht die ze tentoon had gespreid, en keek duidelijk met andere ogen naar haar, zoals ook Dick al in zijn herinneringen aan deze zelfde gelegenheid schreef.
    Nog steeds praten we liefst zo min mogelijk over het werk, als we elkaar bezoeken. Maar er zijn genoeg andere zaken om over te vertellen. Joop zoals zovelen zich hem herinneren, vaak met relativerende opmerkingen en cynische grapjes. Maar vaak ook compleet serieus. Zo vertelt hij vol vuur over een winkel waar hij op de fiets naar zijn werk elke dag langs komt. Ze verkopen er bijzondere stenen en fossielen. Ik heb er twee cadeau gekregen, van Daniëlle en Joop. De eerste toen ik de Spinozaprijs kreeg. Daniëlle had de vrij grote en zware steen in haar tas helemaal meegesleept naar de Nieuwe Kerk in Den Haag. Wegens alle plichtplegingen zag ze geen kans om het cadeau te overhandigen, dus met de steen in de tas weer met de trein terug naar Amsterdam. Joop moest er uiteraard om lachen toen hij het vertelde. De tweede, Dick memoreerde dit ook al, bij het laatste gezamenlijke etentje. Een natuurstenen vijzel. ‘Een fossiel voor een fossiel’, grijnsde Joop.
    Vooral de gezamenlijke etentjes zullen me bijblijven. Het was altijd een hele uitdaging om een geschikte datum te vinden, maar soms lukte het. En het was altijd leuk en gezellig. Toen Joop nog even een mes ging slijpen, en bijna zijn vinger eraf sneed. Toen we bij hen kwamen, en de kinderen die eigenlijk al gegeten hadden en zich op hun eigen kamer hadden teruggetrokken om de rest van de avond zonder oude knarren te kunnen doorbrengen later toch naar boven kwamen, omdat het eigenlijk wel heel gezellig was. En de laatste keer bij ons thuis, toen onze twee jongens die veel meisjes maar ‘stom’ vinden heel geanimeerd met Rascha en Charis zaten te praten.
    Afgelopen november sprak ik Daniëlle. Ze vertelde me over het nieuwe huis in Spanje, en Joop’s plannen om daar wat vaker heen te gaan. Omdat iedereen het zo druk had, te druk om boodschappen te doen en te koken, ontstond het plan om dan in elk geval binnenkort eens met z’n vieren uit eten te gaan. Enthousiast reserveerde ik meteen een restaurant voor de week erna. Helaas, Joop en Danëlle konden niet, en een andere optie was ook niet zo snel in zicht. We zouden na de kerstvakantie een nieuwe poging doen om een afspraak te maken.
    Op 9 januari mailde Karin mij dat ik een vervanging moest zoeken voor Joop’s plek in de promotiecommissie van Charlotte Koot op 21 januari, omdat hij in Spanje ziek was geworden, voorlopig niet naar Nederland kon komen, en nog lang zou moeten herstellen. Ik schrok. Dat klonk niet goed. Op zaterdagmiddag 10 januari bereikte me via verschillende kanten het bericht dat Joop in Spanje plotseling was overleden. Ik las alle mailtjes meerdere malen door. Ik kon het niet geloven. Eigenlijk nog steeds niet.
    Naomi Ellemers

  24. Wat een enorme schok om gebeld te worden op zaterdag door Rascha dat haar vader was overleden. Ik had hem nog gesproken op donderdagmiddag, hij klonk niet goed, maar maakte grapjes en zei “een ding, ik ga er niet dood aan”. Hij hoopte dat hij een ‘fit to fly’ zou krijgen van de dokter en dat hij maandag weer naar Amsterdam kon vliegen. Het mocht niet zo zijn

    Het was heel fijn om te werken voor Joop, alles ging altijd heel zorgvuldig en precies. Fijn dat er computers waren, want voordat iets ingeleverd werd werd het wel zo’n vijf of meer keer herzien. Het moest perfect zijn. Alle papers, alle boeken, alle brieven, alle notities werden uitgeschreven. Wat dat betreft een hoogleraar oude stempel. Ik was nog bijna de enige die zijn handschrift kon lezen. Wat heb ik veel geleerd tijdens het uittypen.

    Joop ik ga je zo ongelooflijk missen na al die jaren dat ik voor je heb gewerkt, ik heb niet alleen mijn ‘baas’ verloren, maar ook een hele goede vriend. We hebben zoveel gedeeld. Tijdens mijn korte vakantie in Wenen zag ik een grote Giacometti tentoonstelling. Er ging continue door mijn hoofd wat jammer dat ik het Joop niet kan vertellen. Je was een van de warmste, integerste en eerlijkste mensen die ik heb ontmoet, voor iedereen toegankelijk en altijd het beste uit mensen willen halen.

    Zo jammer, zo te vroeg. Zo vol van het huis in Spanje, waar hij naar toe zou gaan om daar te werken in een beter klimaat voor zijn astma (“daar zou het over gaan”). Zo’n zin in zijn eigen dingen doen, grote plannen voor boeken, deels al opgezet. Het boek, ‘Psychology of terrorism’, samen met Wim Koomen, is bijna af. Dat gaat er komen. Zo ook het Engelstalige boek met Michael Vliek over Invloed.

    Danielle, Rascha, Charis, mevrouw Van der Pligt en Loes wens ik alle, alle sterkte toe.
    Denk veel aan jullie.

    Karin

    1. Dank je wel Karin, dat je je laatste contact met Joop, vlak voor zijn overlijden, hebt willen delen! Heel waardevol!
      Mariëtte Baanders

  25. Toen Rascha me vorige week per mail vroeg naar mijn telefoonnummer om iets mee te delen over haar vader, sloeg de schrik me om het hart. Even later hoorde ik dat het onvoorstelbare was gebeurd. Nog steeds is het niet te bevatten.

    Joop en ik troffen elkaar in september 1968 in de 4e klas van de HBS in Oosterhout. Hij zat voor me. Buren werden al snel vrienden. En dat is nooit meer overgegaan. Maurice Teunissen en Joop Miermans hebben op deze web site al heel mooi over die tijd geschreven. Laat ik daar niets aan proberen toe te voegen.
    In 1970 gingen we allebei in Utrecht studeren, Joop psychologie, ik natuurkunde. Joop het diepere van de mens, ik het diepere van de natuur. Dat tekende waar we toen als jonge mannen van 18 mee bezig waren: diepzinnigheid. Maar niet alleen met dat, ook heel erg met muziek, maatschappelijke ontwikkelingen, literatuur, kunst, de natuur om ons heen. Eigenlijk wel zo’n beetje met alles wat mooi en interessant was.
    Anders dan op de HBS werkten we nu heel hard aan onze studie. Toevallig woonden we niet ver van elkaar, allebei bij een hospita. Op donderdagavond hadden we onze vaste afspraak. Om over van alles en nog wat te praten. Maar ook om in het voorjaar of in de zomer langs de Vecht naar Oud-Zuilen te lopen. Een beetje als de jongens van Nescio (“Jongens waren we, maar aardige jongens” – Titaantjes).

    Al redelijk snel verhuisde Joop naar de IBB. Op zijn eenheid woonde ook Jan-Karel. Zijn vriendin Margaret woonde in een huis met jongeren in Lombok. Daar kwam een kamer vrij en Joop drong er bij mij op aan daar toch echt te gaan kijken. Hij vond het maar niets dat ik nog steeds zo mager gehuisvest was, ver van de stad en met zo weinig vrijheid. Zo aardig van hem. Ik ben inderdaad verhuisd en heb in dat huis in Lombok mijn vrouw Renée leren kennen. Joop is daar dus een belangrijke schakel in geweest. We zijn nu bijna 35 jaar getrouwd en hebben 4 volwassen kinderen.
    Ook Joop ging beter wonen. En ‘beter’ was echt beter: in een alleraardigst kraakpandje aan de Bemuurde Weerd. Met een tuintje aan de Vecht. Geluk? Nou, het was ook wel een uiting van een eigenschap van Joop: altijd bezig met de volgende stap. Heel ondernemend, niet zomaar tevreden. En zo spoorde hij dan zo’n alleraardigste woning op.

    Vanaf het begin van zijn studie in Utrecht was Joop intens bezig met zijn vak. Naast psychologie ook nog met een Kandidaats filosofie. Ik ging een heel andere kant op en langzaamaan verwaterde ons contact. En toen hij in Londen aan zijn promotieonderzoek werkte, stopte het helemaal. Pas ruim 10 jaar geleden is het weer hersteld. Door de mogelijkheden van het internet en e-mail. We spraken ook af en toe af. Om een flink stuk in de natuur te gaan lopen en daarna goed te gaan eten. We namen dan de wereld nog eens door. Hoe het ging in de wetenschap – en dan vooral in Nederland, de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen, onze gezinnen, wat ons vooral dreef, hoe we het eind van onze loopbaan zagen, wat we daarna zouden gaan doen … Altijd een goed gesprek. En altijd was er de zo bekende Joop-humor.
    Ik keek er al naar uit dat we de komende jaren elkaar eerder meer dan minder zouden gaan zien (niet zozeer gelokt door het zwembad in Spanje). En toen kwam het onvoorstelbare bericht.

    Nu we onze herinneringen aan Joop op deze web site met elkaar delen, of we hem nu kenden uit Oosterhout, Utrecht of Amsterdam, als sociaal psycholoog of als vriend, steeds blijkt hoeveel mensen om hem heen zijn intellect, zijn kennis, zijn gedrevenheid, zijn warmte, zijn zorg voor anderen en zijn humor hebben gewaardeerd. En hoe erg we hem zullen missen. Dat we delen in het verdriet is een heel klein beetje troost.

  26. Volgens mij heb ik Joop pas voor het eerst ontmoet bij een ASPO-congres (1988?). Eerlijk gezegd vond ik hem in eerste instantie iets te ‘popie’, met een schare (vooral vrouwelijke) bewonderaars om hem heen. Was hij nou vooral goed of vooral populair? Het duurde tot de EAESP summerschool van 1989 tot ik besefte dat hij daar zelf niet zo mee bezig was, dat het hem gewoon kwam aanwaaien.
    Op die summerschool in Tilburg zat ik in zijn ‘klasje’ en pas daar maakte ik kennis met zijn interesses, zijn bevlogenheid, zijn vermogen om maar door te blijven praten en toch telkens iets nieuws te vertellen, maar bovenal met zijn gevoel voor humor. De andere PhD-studenten, vooral afkomstig uit Duitsland en Oost-Europa, waren wat in verwarring. Een hoogleraar met een (over)dosis zelfspot, dat hadden ze nog niet meegemaakt.
    Maar ik schrijf niets nieuws. Veel van de reacties hierboven bevatten de woorden humor, grapje, of komisch en ook zijn lach is al gememoreerd: een aanstekelijke lach, die bijna raspend diep uit zijn keel kwam. Vaak ook een fijne glimlach om zijn mond, die niet altijd te duiden was (is hij nu toch een beetje gepikeerd?), de laatste tijd half over zijn bril heen kijkend.
    Een heel andere kant van Joop maakten Naomi en ik mee toen we op kraamvisite kwamen na de geboorte van Rascha. Hij was vol bewondering voor – en raakte niet uitgesproken over – de oerkrachten die Danielle had weten op te roepen om hun eerste kind ter wereld te brengen. De enige ironie ging over de hulpeloosheid die mannen ervaren bij zo’n gebeurtenis.
    Ik schrok enorm, vorige week zaterdag. Een zieke grap. Van de week memoreerde Naomi daarom nog maar een keer een hele goede: toen Joop met Danielle, Rascha en Charis bij ons thuis kwam gaf hij een stenen vijzel aan Naomi: “een fossiel voor een fossiel” zei hij er fijntjes bij. Hij was zichtbaar tevreden dat wij blij waren met hun cadeau. Ik zal onze veel te schaarse ontmoetingen missen.

  27. I met Joop in 1987 on a conference. This conference was a very memorable, exciting, and professionally formative event for me, and Joop was a central part of it. I was a young student, I was going to present my Master’s thesis – thus, my first conference, my first presentation (in English!), all that. The conference was actually quite strange, which I didn’t know at the time, since I had nothing to compare. It took place in Varna, Bulgaria, before the fall of the iron curtain, and we were more or less captives at this completely isolated venue at the Black Sea. These circumstances created a very knit community among the delegates, though, we had intense discussions and did some serious partying. I still know several people that I feel connected to, even if I do not see them very frequently, and that go back to this conference – one of them is Joop.

    After that first encounter, I would meet Joop at SPUDMs or other conferences; as I proceeded in my career and was no longer a student, I invited him occasionally for a guest lecture or a contribution to an edited volume. The period of my most intense contact with him was probably in 1997, when my husband spent some months as a guest researcher in Joop’s group and I visited often. I haven’t seen very much of Joop the past few years, our paths didn’t cross. But he would often come to mind, and I thought of him as someone who would always be there.

    When I think of Joop, the first thing I think of is his remarkable and fantastic sense of humor. He was always a lot of fun to be with, in a very intelligent and charming way. I think of lively and inspiring discussions. And of smoking; when we met, we were both heavy smokers. Any meeting would be accompanied by dark clouds of smoke rising between us. And we went through the pains of quitting at approximately the same time and shared our agonies.

    He was kind and generous. He took everybody he talked to seriously. I have never seen him being arrogant. I very much appreciated his judgment and advice. I thought of him as someone I could always turn to and trust.

    What a tremendous loss! It is simply incomprehensible that he won’t be there anymore. I will miss him. I wish much strength for Danielle and the daughters to go through this difficult time, and my thoughts are with them.

  28. Bijna een pagina vol in de Volkskrant. Wat een schrik. Hoe kan iemand zo’n indruk op je maken terwijl je hem toch maar een keer of 5 hebt ontmoet?!
    In de jaren ’90 heb ik een promotieonderzoek uitgevoerd aan de Universiteit Twente op het gebied van milieu-economie. Als opgeleid econometrist en redenerend vanuit neo-klassieke economie moest ik ”vreemde uitstappen” maken naar de sociale psychologie. Daar heb ik enkele keren met Joop over mogen praten.
    In 1996 heeft Joop in mijn promotiecommissie gezeten. Heel fijn dat hij daartoe bereid was. Mijn gebruik van de sociale psychologie heeft zijn instemming gekregen. Hij was toen net zo oud als ik nu ben. Een gedachte die je aan je eigen sterfelijkheid doet denken.
    Ik lees hierboven hoe aimabel Joop was. Heel herkenbaar. Wat een prettig persoon. En daarmee heel treurig dat zijn familie en vrienden daar nu niet meer van kunnen genieten.
    Veel sterkte toegewenst,
    Erik Wierstra

  29. “Probeerde je te bellen. Je was er niet. Toch op straat? Eenzaam sleurend, zoekend naar een levensdoel?”. Zo begon de mail waarmee Joop mij bijna 15 jaar geleden een Aio-plaats aanbood. In de jaren daarna volgden vele van dit soort fijne, typische Joop-mails en gesprekken. Ik kan en wil gewoon nog niet geloven dat daaraan nu abrupt een einde is gekomen.

    Als AiO heb ik veel van Joop geleerd over theorievorming en wetenschappelijk schrijven, maar minstens zoveel over de (universitaire) wereld in het algemeen. We kenden in het begin ook wel wat typische AiO-promotor strubbelingen, maar dat uitte zich vooral in een tijdelijk iets zakelijker mailwisseling. Joop gaf me alle vrijheid om mijn eigen ideeën te ontwikkelen. En hij bleef daarbij altijd betrokken en bemoedigend in zijn begeleiding (‘Hou vol! Het komt goed!!!). In latere jaren hintte hij gelukkig weer regelmatig op mijn onvermijdelijke ontslag of verbanning naar een verre universiteit. Dan wist je dat het goed zat.

    De laatste jaren werkten we vooral samen bij het onderwijs voor de master Psychologie van Gezondheidsgedrag, die een aantal jaar geleden op zijn initiatief was opgezet. Hoewel Joops enthousiasme voor colleges geven tamelijk bescheiden was, vond hij goed onderwijs wel heel belangrijk en zette zich daar zeer voor in. Dit jaar ontwierp en gaf hij nog een nieuw vak Determinanten van Gezondheidsgedrag. De studenten waren zo positief dat ze hem na afloop cadeautjes gaven; iets wat hij subtiel -zogenaamd triomfantelijk- bij ons op de kamer kwam inwrijven. Ondanks dat ik de laatste tijd nog maar een paar uur per week op de UvA was, bleef Joop me steeds betrekken in nieuwe plannen: samen een boek schrijven, onderzoek doen. Ik ben hem zo dankbaar voor dat vertrouwen en enthousiasme en vind het zo ongelooflijk jammer dat we die plannen nu niet meer kunnen uitvoeren.

    Zoveel dingen waar ik met warmte aan terugdenk:

    – Zijn slimme en to-the-point commentaar op mijn stukken, in dat kriebelhandschrift en met hele ritsen uitroeptekens om te benadrukken dat hij het ergens grondig mee (on-)eens was.

    – Hoe hij bij mijn promotie ineens een Barbiepaard tevoorschijn haalde. Helaas moest ik het paard wel direct weer inleveren, want hij had het (stiekem?) van Charis geleend.
    – Zijn bulderende lach op de gang.

    – Hoe hij in de deuropening verscheen, in eerste instantie met een terloopse opmerking over het collegerooster of een krantenbericht wat hem relevant leek.

    – Hoe hij dan ‘even’ naar binnen liep, wat door de kamer ijsbeerde, ondertussen commentaar leverend op de staat van de wetenschap en van mijn bureau (zelf had hij jarenlang een fles Glassex op de kamer).

    – Hoe hij vervolgens met dat lange lijf op een bureaustoel landde, voorover leunend in die typische Joop-houding. En dan ging het over alles: een verrassend onderzoek, bestuurszaken, vogelaars (hij vreesde dat hij er met de jaren zelf een werd), verpleeghuizen, paardenmeisjes, attitudes, de would-be industriële look van het nieuwe Roeterseiland, dat restaurantje bij het Miro-museum in Barcelona, de prijs van plofkip op de Albert Cuyp.
    Vlak voor de kerstvakantie hadden we nog een bespreking over het onderwijsprogramma voor komend jaar. Collega Aafje zou binnenkort naar Californië vertrekken en het gesprek kwam op dolfijnen en walvissen. Joop vertelde toen over een boottocht die hij een paar jaar geleden met jullie had gemaakt op de Azoren. Met een heel klein bootje stuiterend over de golven, hoe indrukwekkend dat was, de dolfijnen heel dichtbij, en het enthousiasme van Rascha en Charis. Hij vertelde erover met die bekende glinstering in zijn ogen en stem. Het was duidelijk waar zijn hart lag. Zo zal ik me hem altijd herinneren.
    Dag lieve Joop, ik ga je vreselijk missen.

  30. In de relatief korte tijd dat ik met Joop heb samengewerkt, heb ik hem leren kennen als een bijzonder warm, betrokken en inspirerend persoon. Hij was voor mij de door de wol geverfde wetenschapper met veel kennis en vooral ook: (levens)wijsheid. Hij stond mij en veel andere collega’s graag met raad en daad of een bemoedigend woord terzijde. Daarbij sprak zijn levendige houding boekdelen: joviaal zittend en gesticulerend, of peinzend uitkijkend over de Amsterdamse grachten. Onze ‘jongenskamer’ (en dan met name de ‘koffietafel’) vond hij eigenlijk maar een rommeltje en hij kon het niet nalaten daar af en toe een opmerking over te maken.

    In onze laatste mailwisseling waren we nog volop plannen aan het maken voor het nieuwe jaar. Zijn bericht eindigde met de opmerking ‘- zei hij vaderlijk’ en zo voelde het ook. Joop: ik zal je missen!

    Daniëlle, Rascha en Charis: ik wens jullie heel veel sterkte toe.

    Michiel

  31. Op maandag 12 januari kreeg ik die mail van Daniëlle met het bericht waarvan ik nu, na een week, nog niet kan geloven dat het waar is. Joop is niet meer. Onbegrijpelijk. Voor mij zal hij altijd voortbestaan.
    In 1987 kon ik kiezen tussen twee AIO-plekken. Ik koos voor Joop. Niet voor het onderwerp of voor de UvA, maar voor de hoogleraar. Jong en knap. Maar dat was niet de echte reden. Hij was iemand, van hem zou ik wat kunnen leren. Die verwachting is uitgekomen.
    Ik was zijn eerste promovendus. Hij begon in die jaren met het opbouwen van een eigen groep Sociale Psychologie. Omdat er nog niemand anders was belde hij mij minstens vier avonden per week om tegenaan te praten, over echt alles. De groep werd uitgebreid met nieuwe mensen zoals Nanne, die konden ook in de avonduren gebeld worden. Het bellen werd minder maar niet het contact. Het is indrukwekkend wat hij in die jaren heeft opgebouwd. Ik heb het allemaal zien gebeuren. Zijn inspiratie en invloed op de ontwikkeling van de Sociale Psychologie ging verder dan Amsterdam.
    Ik heb bij Joop alles geleerd wat je van een goede promotor hoopt te leren. Tot en met het vertrouwen om dat proefschrift in het Engels te schrijven. Gewoon doen en hij hield het eindeloos vol om mij te wijzen op die terugkerende taalfouten. Ik moet er nu nog om grinniken met welke humor hij dat deed. Ook kleine dingen heb ik van hem geleerd. Altijd dankjewel zeggen, ook voor klein dingetjes. Het is meer dan een beleefdheidsfrase.
    Joop was voor mij het grote voorbeeld, een leermeester. Maar tegelijkertijd was hij soms zo onhandig en verlegen. Je hebt mij geïntroduceerd bij allerlei grote wetenschappers in de wereld. Maar als wij samen op een internationaal congres waren, zoals SPUDM in Moskou, dan moest ik er voor zorgen dat Joop niet te bescheiden was en alleen in een hoekje bleef zitten.
    Joop werd vader toen ik al weg was van de UvA. Rascha kwam kort nadat mijn dochter was geboren. Als baby’s hebben ze elkaar ontmoet. We namen ons voor dat ze elkaar op hun 18e opnieuw zouden ontmoeten. Dat is er helaas niet van gekomen.
    Nadat ik de wetenschap had verlaten hebben we elkaar niet veel meer gezien. Ik bleef de naam van Joop wel altijd noemen wanneer men in “Den Haag” tot de conclusie kwam dat sociaal wetenschappelijke inzichten aangeboord moesten worden. Omdat ik simpelweg altijd in geloofde dat Joop wat zou kunnen toevoegen.

    Ik wens Daniëlle, Rascha en Charis kracht en sterkte om met dit ongelooflijke verlies om te gaan. Ik zal mijn best doen om Daniëlle van steun te zijn.

    1. Hallo Els,

      Zo fijn ook jouw reactie te lezen! Ik had er al op gehoopt. Jij was heel belangrijk voor Joop in die begintijd, toen ik ook bijna dagelijks contact met hem had. Ik ben ook nog steeds onthutst, kan ik haast niet geloven, we hadden de laatste tijd weer zo’n leuk contact, en allerlei plannen voor onze tijd in Spanje, waar hij vlakbij ons een huis had gekocht, mede geadviseerd door mij. Ik kon gewoon bij hem langs lopen. Nog steeds jammer dat je toendertijd niet naar Groningen kon komen. Je zou een aanwinst zijn geweest! Ik hoop dat alles goed met je gaat verder.
      Warme groet,

      Bram

  32. Wat een schrik om te lezen dat Joop er niet meer is. Hij is een van die mensen waarvan je weet dat ze er zijn, ook al heb je ze 20 jaar niet gezien. Hij begeleidde mijn afstudeeronderzoek in Triëste. Als ik hem tegenkwam in de lift op de Roetersstraat, was ik altijd een beetje bang voor hem. Omdat ik vreesde dat hij zou vragen hoe mijn onderzoek ervoor stond (en de resultaten waren niet zo hemelbestormend als ik gehoopt had). Maar hij was helemaal geen man om bang voor te zijn. Innemend, humoristisch, charismatisch, vriendelijk voor iedereen. De twee docenten die speechten op mijn afstuderen, Joop en Dick Drost, zijn er nu allebei niet meer. Wat een enorm verlies. Ik wens zijn vrouw, kinderen, vrienden en collega’s alle sterkte toe.

  33. Dit kan niet waar zijn. Verdriet en ongeloof. Paul belde me maandag 12 januari 2015, Joop is overleden.
    25 jaar geleden leerde ik je kennen op de SPUDM conferentie in Moskou in 1989, waar je ook Daniëlle ontmoette. Je was één van de weinige Nederlandse hoogleraren die zich op het snijvlak van psychologische besliskunde en sociale psychologie bevond. Deels een Engelse erfenis van Dick Eiser. Daarnaast was je ook een toegepast wetenschapper, onder meer op het gebied van gezondheid en welzijn. Dit sloot erg aan op mijn interesses en je inspireerde me door onze gesprekken in Moskou. Trots en blij nam ik je uitnodiging aan voor een sollicitatiegesprek in een café in Amsterdam, waarna ik in 1990 begon aan een promotietraject over onrealistisch optimisme en aids. Je was toen een afdeling aan het opbouwen die o.a. bestond uit een grote groep jonge en enthousiaste promovendi en nieuwe docenten. Hoe jong en hip de afdeling was bleek ook uit het vergelijken van jou en Nanne met Crockett en Tubbs uit Miami Vice vanwege jullie vlotte pakken. Ook de onderzoeksthema’s waren nieuw en “hot”, zoals false consensus, illusoire correlatie en geanticipeerde spijt.
    Naast een baan kwam ik via jou ook op een etage in de Valeriusstraat 113, een huis wat je wilde kopen, maar wat afketste. Niet veel later vonden jullie wel een huis in de Valeriusstraat en zijn we altijd bij elkaar in de buurt blijven wonen. We kwamen elkaar tegen op de crèche en basisschool waar onze kinderen naar toe gingen. Je vertelde me dat de crèche je gevraagd had om Sinterklaas te spelen, en dat je je daarover verbaasde, maar heimelijk ook wel leuk vond. Je was een prima sinterklaas, want je hield van kinderen en verwonderde je over hun ontwikkeling. Zo vertelde je enthousiast over hoe Rascha leerde praten.
    Naast onderzoeker was je een toegewijd docent. Je vond het aanbod van boeken voor studenten sociale psychologie onder de maat en besloot ze toen zelf te schrijven en redigeren. Begin ’90 verschenen boeken over sociale cognitie en besliskunde. Hierbij gaf je ook promovendi de kans om te leren schrijven. Ik herinner me een avond voor de deadline van het besliskunde boek waar we met z’n allen met pizza’s de laatste puntjes op de i hebben gezet. Jouw cursussen heb ik in 1993 overgenomen, en vooral ‘Attitude en Survey Technieken’ was een voorbeeld van het doorgeven van toegepaste en praktische kennis. Mensen inspireren over thema’s die je na liggen ben je blijven doen en waar je ook je toekomst zag.
    Onovertroffen waren je speeches. Ik heb ze herlezen en moest weer lachen. Het getuigt van observatievermogen, maar ook het uitvergroten van minder wenselijke eigenschappen. Zo werd tijdens mijn promotie mijn werkkamer beschreven als een kruising tussen een meisjeskamer en jeugdhonk, vanwege de “prullaria” en voorlichting over aids. Tijdens ons huwelijk werd ingegaan op mijn bezoeken aan de wasserette, de inrichting van ons huis en dat het eigenlijk onze koperen bruiloft was. Scherp, maar raak, en met humor overgoten.
    Onze wegen scheidden zich in 1998, maar we zagen elkaar op bijeenkomsten en in onze buurt. Deze ontmoetingen zijn niet meer. Ik ben je dankbaar voor je geloof en vertrouwen in mij en wat je mij hebt meegegeven. De onderwerpen waartoe jij me inspireerde blijven mij boeien tot de dag van vandaag.

  34. Het is schokkend om tussen de familieberichten in de krant het overlijden aangekondigd te zien van een generatiegenoot én vriend van vroeger. Ik heb Joop gekend zoals hij op de foto’s uit beginjaren zeventig staat, gepubliceerd op deze site. Die lach en die ernst, dat is hem helemaal. Ruim een jaar jonger dan ik.

    Hij zat op de Hogere BurgerSchool in Oosterhout, ik volgde het Meer Uitgebreid Lager Onderwijs in dezelfde plaats. We kwamen elkaar tegen op een schoolpleintje van een andere school, de plek waar de lokale jeugd na gedane verplichtingen bij elkaar kwam. Vooral herinner ik mij de eindeloze gesprekken die we voerden. Eind jaren zestig. We hielden het nieuws bij en bespraken de nationale en internationale gebeurtenissen, alsof puberproblemen helemaal niet bestonden. En we hadden het veel over muziek. Luisteren deden we voornamelijk bij hem thuis in de Palestrinalaan, en niet alleen vanwege een betere geluidsinstallatie. Je was er welkom. Mijn vader daarentegen had een bloedhekel aan ‘langharig tuig’, dus als Joop bij mij langskwam durfde ik hem niet mee naar mijn kamer boven te loodsen, maar bespraken we de dingen die besproken moesten worden in het halletje achter de voordeur.

    Later waren we allebei betrokken bij een jongerenclub, die naar het voorbeeld van een reeks Provadja’s in het land een alternatief wilde bieden aan mensen die weinig op hadden met bier drinken, dansen met de meisjes en bier drinken. We wilden ons onderscheiden van de landelijke trend en noemde de club Namoamythabya, een Indiase mantra die tot Namo werd ingekort. (Overnachten was er verboden, maar we hebben een week gehad dat mensen van zes nationaliteiten in de club sliepen, op doorreis naar het magische centrum Amsterdam. Met carnaval werd verklede bezoekers de toegang geweigerd. Ons uitgaansdrankje was Chocomel.)
    In die door ons omgebouwde loods kon de muziek harder klinken dan thuis. Daar maakten we ruim gebruik van, tot diep in de nacht. De nieuwe lp’s kwamen voor het merendeel via Joop Miermans tot ons, wiens vader een elektronicawinkel met een platenbak had. Uit die tijd stamt het hartverscheurende motto van Brian Wilson boven de overlijdensadvertentie: God only knows what I’d be without you. Van The Beach Boys dus. Verder draaiden we veel Jimi Hendrix, The Beatles én The Rolling Stones, Frank Zappa’s Mothers of Invention, Pink Floyd (nb: alleen de vroege jaren), Soft Machine, Bob Dylan, The Band, The Doors, Jefferson Airplane, Van Morrison….
    We konden vrijuit en in een vertrouwde vriendenkring experimenteren met drugs. De club werd verantwoordelijk voor de introductie in Oosterhout van hash, weed, mescaline en LSD, alsmede van jazz-avonden, mimevoorstellingen en films als Fahrenheit 451 van François Truffaut (1966), over een wereld waar boeken verbannen zijn, en kritische gedachten worden onderdrukt (wikipedia). De club was iedere avond open, die we steevast afsloten met het lijzig door Ringo Starr gezongen Good Night van de Beatles (White Album 1968). Daarna was het opruimen geblazen om vervolgens, soms tot een uur of vier in de ochtend de vriendschap en de verruimende middelen te vieren.

    Op onze brommers (Had Joop net als ik een PUCH of reed hij op een Tomos?) gingen we naar alle optredens in de regio Brabant die ertoe deden. Favoriet waren Cuby and the Blizzards. Joop stond dan licht met zijn hoofd, dat boven de rest van het publiek uittorende, ingetogen op de maat van de muziek mee te knikken. (Ik geloof dat ik hem nooit op muziek heb zien dansen.)
    We bezochten ook festivals verder van huis. Utrecht: de tweede Flight to Lowlands Paradise (1968), waar Hendrix zou optreden, maar naar gerucht zijn been brak toen hij het vliegtuig in Londen wilde instappen. Rotterdam: het Holland Pop Festival in het Kralingse Bos (juni1970). Isle of Wight (augustus 1970): het festival waar we tussen allerlei groten – van Joan Baez tot The Who – uiteindelijk toch een optreden van Jimi Hendrix hebben gezien. Gehoord vooral, want hij en zijn bandleden (Mitch Mitchell/drums en Billy Cox/bas) waren voor ons niet groter dan luciferdoosjes. Met een in het tentenkamp aangeschafte Orange Sunshine in ons lijf, zaten wij zeer tevreden buiten alle drukte, op grote afstand op een heuvelrug bezijden het festivalterrein naar hun muziek te luisteren. Negentien dagen later kwam het nieuws dat Hendrix was gestorven. Ik weet niet precies hoe we daarop hebben gereageerd. Hebben we in de club alles wat we van hem hadden gedraaid, zo hard mogelijk?

    Joop ging studeren in Utrecht. Ik verhuisde met zwakke papieren naar Amsterdam, kwam in een circuit van avondscholen, baantjes en hospita’s terecht. Nooit eerder had ik tegen hem opgekeken, maar ik realiseerde me toen terdege dat de afstand tussen hem en mij gestaag groeide. Lang voordat hij afstudeerde was er geen contact meer tussen ons. Zonder ruzie waren we uit elkaar gedreven, verschillende werelden in. Waarbij ik de mijne inschatte als inferieur aan de zijne. Dat hij zijn studie in Londen ging voortzetten, hoorde ik van derden, en stemde mij afgunstig.

    Vele jaren later ontdekte ik via internet dat hij in Amsterdam woonde en doceerde aan de UvA. Natuurlijk heb ik overwogen om hem op te zoeken, wat er niet van is gekomen. Nu is het echt te laat. Het verraste me dat ik na lezing van het bericht in de krant – zo’n veertig jaar na onze laatste ontmoeting – overvallen werd door een huilbui.

    Joop was zo’n goeie jongen.

    And I said: Fly on my sweet angel
    Fly on through the sky
    Fly on my sweet angel
    Forever I will be by your side
    (J.H.)

    Maurice Teunissen

  35. Ik schrik van de rouwadvertentie. Samen op het IBB in de zeventiger jaren. We deelden de fascinatie voor Hermans, Hotz, Bob den Uyl. Maakten plezier met Propria Cures. Ik paste nadien ‘s zomers op zijn huisje aan de Bemuurde Weerd Oostzijde. Zorgvuldig, mooie geluidsinstallatie, zijn kalmte. Fijne vriend. Prachtige zwart-witfoto op deze site uit 1971. Zo herinner ik hem mij.

    Toen het uit ging met mijn meisje, kwam ik uithuilen bij Joop. Ik moest gaan zitten en hij zette ‘woman’s gone’ op van Brainbox. Het hielp niet echt maar als ik sindsdien dat nummer hoor moet ik altijd aan Joop denken en niet aan dat meisje.

    Sinds 1979 geen contact meer. Waarom? Geen idee. Tsja. Spijt.

    Dirk Docter, Dordrecht

  36. Joop heeft mij in 2008 als UD aangenomen en in het vervolg veel ruimte en mogelijkheden geboden om mijn onderzoekslijnen te ontwikkelen. Alles mocht, alles kon. Ik voelde mij om mijn plek.
    Ook als het soms minder goed liep voelde ik vertrouwen en een pool van rust. “Houd vol” heb ik meerdere keren gehoord, en zonder hem was ik niet met onderzoek in health psychology begonnen. Dank, Joop! Ik probeer vol te houden.
    Na onze verhuizing naar het Weesperplein was Joop een frequente gast in de kamer van Nils in mij – om te kletsen, om even iets te regelen, of om te ventileren – maar ook om altijd een zakje Haribo’s te pakken. Het bakje met de Haribo’s is nu leeg, en ik weet ook niet of ik het weer ga aanvullen.

    Ik wens jullie, Danielle, Rascha en Charis, veel sterkte en steun in deze zware tijden.

    Kai

  37. Weten dat het waar is maar toch nog niet echt kunnen geloven. Dat gevoel overheerste de maandagmiddag toen ik tijdens de lunch op de VU hoorde dat Joop was overleden. Eigenlijk is dat gevoel van ongeloof er na bijna een week nog steeds. Misschien heeft het vooral te maken met het beeld dat ik van Joop heb. Een beeld dat vrijwel hetzelfde is gebleven over de afgelopen 25 jaar dat ik hem ken. Ik weet niet anders dan dat Joop zich tomeloos heeft ingezet voor “zijn afdeling” en dat jaar na jaar, bijna drie decennia lang. Omdat onze kinderen naar dezelfde creche en basisschool gingen ken ik hem ook een beetje als vader en zag ook daar een tomeloze inzet in de vorm van een sterke en warme betrokkenheid. Ook zag ik hem vele jaren voor ons oude huis langs fietsen. Hij oogde soms wat vermoeid, maar het beeld van een jonge man is nooit verdwenen. Gedurende al die tijd is ons contact leuk maar ook wat vluchtig geweest. Leuk en vluchtig was het voor of na vergaderingen (ASPO, Kurt Lewin Instituut), op de creche, en op school. Zelfs toen we naar wedstrijden van Ajax gingen was het contact leuk en luchtig, ook al proefde je wel zijn inzet voor zijn afdeling en maakte hij me deelgenoot van een enkele ergernis. De laatste jaren kwam ik hem vooral tegen bij de plaatselijke Jumbo. Er was dan korte uitwisseling over iets in de psychologie, Heracles, of een andere topclub. Er was altijd wel een leuke opmerking te maken. Toevallig hadden we ruim een maand geleden (op 5 december) een meer persoonlijke email-uitwisseling waarin hij vol enthousiasme schreef over allerlei plannen voor de toekomst: Boeken schrijven, op termijn een ander huis in Amsterdam, en een huis in Spanje was er al. “Ik wil dan mensen lokken met het zwembad” schreef hij. Hij was duidelijk met nieuwe doelen bezig, en hij had er echt zin in. En hoe mooi, verdiend, en passend is dan zo’n nieuwe periode voor Joop? Ik ken vrijwel niemand die bijna 30 jaar leiding heeft gegeven aan een grote afdeling in de psychologie. En juist na alle toestanden in de sociale psychologie zou het juist zo mooi zijn geweest als Joop die nieuwe doelen zou hebben kunnen oppakken en verwezenlijken. Ook de rol van vader van studerende en werkende kinderen zou hem meer dan uitstekend passen. En dan de vele mensen waarmee hij boekprojecten wilde doen. Iedereen die gelokt was naar dat zwembad, in het echt of virtueel, zou, denk ik, nog veel meer van Joop hebben kunnen meemaken en zien. Inspiratie en inhoud, gezelligheid en warmte, humor en relativering. Omdat er nu meer de tijd voor zou zijn. Heel erg jammer – en onrechtvaardig – voor zo velen dat dit niet gaat gebeuren. Maar natuurlijk vooral voor Joop zelf. Misschien dat ik daarom moeilijk kon geloven dat Joop er niet meer is.

    Ik wens Daniëlle, Rascha, en Charis heel veel sterkte. De deur staat open.

    Paul van Lange

  38. In september 1980 waren er op het Instituut voor Milieuvraagstukken (IVM) van de Vrije Universiteit plotseling drie Jopen. Van ons drieën, twee psychologen en een sociaal-geograaf, was Joop-P niet alleen fysiek maar ook academisch de grootste. Hij en ik deelden een werkkamer omdat wij ons allebei bezighielden met de milieuaspecten van het gedrag van huishoudens. Voor Joop ging het om wassen van textiele weefsels en omdat dit onderwerp betrekkelijk nieuw voor hem was, heeft hij toen nog een opfriscursus bij zijn moeder gevolgd.

    Hoewel zijn belangstelling voor de sociale psychologie op het IVM niet helemaal tot zijn recht kwam, paste hij uitstekend in de jongensachtige sfeer die toen op het instituut heerste. In deze context viel hij op door de elegante, Engelse stijl van zijn humor. Een ander opvallend kenmerk was de klassieke Jaguar die hij uit Engeland had meegenomen. Dit kostbare automobiel baarde hem veel zorgen. In die tijd deden sociale wetenschappers al onderzoek naar de vraag hoe lang het duurde voordat een in een bepaalde buurt geparkeerde auto door omwonenden geleidelijk gesloopt zou worden, maar dit was niet het type onderzoek dat Joop voor ogen had. Uiteindelijk heeft hij de Jaguar toch maar verkocht.

    In de dagelijkse omgang was Joop onhollands hoffelijk en voorkomend, met een vriendelijk woord voor iedereen. En op cruciale momenten toonde hij een sterk rechtvaardigheidsgevoel. Hij kon onrecht jegens anderen moeilijk verdragen en is ook diverse keren voor mij opgekomen. Jaren later, toen hij aan de UvA was verbonden, is hij één van mijn promotoren geweest en nog weer later zat hij in de promotiecommissie van een van mijn promovendi. Ik ben hem dus in allerlei opzichten veel dank verschuldigd.

    Wat ik wellicht het meest zal missen is het simpele contactmoment waarop wij “Joop”, “Joop” tegen elkaar zeiden.

  39. Toen Joop van der Pligt in 1986 als jongste – en zowaar knappe – hoogleraar ever begon met zijn colleges ontstond er een buzz aan de psychologiefaculteit (en niet alleen bij de meisjesstudenten). Op mij maakte hij grote indruk omdat hij met een lange regenjas aan en verwaaid zijn eerste college begon met excuses en een grap, omdat hij te laat was door een lekke band of zoiets. Ik was groen, net geïmmigreerd uit de provincie, afkomstig uit de arbeidersklasse en met een groot ontzag voor ‘de universiteit’. Hij rekende voorgoed af met mijn beeld van hoogleraren als stoffig en saai. Een hoogleraar, op de fiets? En hij biedt zijn studenten verontschuldigingen aan – met humor? Geweldig! Dank daarvoor.

  40. Op 12 januari, rond het middaguur, toen mijn vrouw Yvonne en ik op het punt stonden een wandeling te maken in de middle of nowhere in Uruguay, werden we gebeld uit Spanje door onze gezamenlijke vriendin Lucette Taal met het verbijsterende nieuws dat Joop was overleden. We waren er allebei, net als Lucette, kapot van. Joop en ik voerden de afgelopen jaren veel gesprekken, vaak via de mail, over het vak, en over Joops verlangen zich na zijn pensioen, net als wij, in Spanje te vestigen, weg van al het gedoe aan de universiteit. Via Lucette kochten Joop en Daniëlle deze zomer daar een prachtig huis, op loopafstand van onze finca in Xabia. Joop en ik fantaseerden erover daar vaak bij elkaar te gaan eten – om gezellig samen te zijn, om als grumpy old men de stand van zaken binnen wetenschap en universiteit door te nemen, maar ook om daar samen te werken aan een boek over de geschiedenis van de sociale psychologie.De afgelopen zomer en daarna zagen we elkaar regelmatig. We herinneren ons gezellige etentjes in Spanje en in Amsterdam. We kunnen nog steeds moeilijk bevatten dat die nu nooit meer mogelijk zullen zijn.

    We kenden elkaar sinds eind jaren tachtig, en Joop was voor mij een voorbeeld van hoe je als hoogleraar een groep moest leiden: met tomeloze inzet en gedrevenheid, met grote aandacht en empathie voor de promovendi, en met het eigenbelang ondergeschikt maken aan dat van zijn medewerkers. Eindeloos veel telefoongesprekken hebben we gevoerd in die tijd over het vak, en we namen, op instigatie van Joop, het iniiatief tot het Kurt Lewin Instituut. Toen Joop hoogleraar werd verkeerde de sociale psychologie in Nederland in een weinig florissante staat, en Joop was de eerste die van zijn vakgroep aan de UvA een goed lopend geheel wist te maken. Het was in de het begin van de jaren negentig binnen de sociale psychologie onomstreden dat de groep van Joop binnen Nederland de top was, en dat was helemaal Joops verdienste. De sociale psychologie in Nederland, heeft, mede door zijn voorbeeldfunctie, oneindig veel aan Joop te danken, en had er zonder Joop anders uitgezien.

    Er zijn tijden geweest dat we geen of weinig contact met elkaar hadden, maar Joop is altijd voor mij een vriend gebleven. Hij had een bijzonder, ironisch, soms zelfs was cynisch gevoel van humor, dat velen aansprak, maar sommigen wel eens wat afschrok. Maar hij was tegelijk warm, betrokken, en relativerend als iemand dat nodig had. Joop was ook buitengewoon integer en toegewijd, en ergerde zich de laatste jaren niet alleen erg aan het in zijn zijn ogen afnemende normbesef onder universitaire bestuurders, maar ook aan de domheid bij de herinrichting van universitaire gebouwen met witte muren.
    De afgelopen jaren hadden Joop en ik ook veel contact naar aanleiding van de affaires Stapel en Förster. Juist voor Joop, die de wetenschappelijke integriteit en altruistische toewijding aan zijn promovendi zo hoog in het vaandel had staan, waren deze affaires extra pijnlijk.

    Een keer in de jaren negentig, kwam ik Joops kantoor binnen, en zag daar zijn dochters zitten tekenen en kleuren, want de oppas was uitgevallen. Hij vond dat maar lastig, geloof ik….. Maar de afgelopen tijd zag ik hoe trots hij op zijn dochters was.

    We zullen Joop vreselijk missen, en wensen Daniëlle, Rascha en Charis alle sterkte met dit bijna niet te bevatten verlies. Wij zijn er voor jullie als jullie ons nodig hebben, in Amsterdam of in Xabia.

    Veel liefs, mede namens Yvonne,
    Bram Buunk

  41. Beste Daniëlle, Rascha en Charis, Ik leef mee met het verlies van Joop.
    Niet voorstelbaar dat hij er niet meer is.
    Joop en ik kennen elkaar vanuit Oosterhout eind zestiger jaren. Hij ging al snel in Utrecht studeren en in het weekeinde was hij dikwijls in Oosterhout en hebben we heel wat nachtelijke wandelingen in de polder gemaakt.
    Joop heeft mij laten kennis maken met veel schrijvers maar speciaal is nog steeds Nescio en F.B. Hotz voor mij, deze waren en zullen altijd verbonden blijven met Joop voor mij.
    Door de jaren heen heeft het leven ons verschillende richtingen uit gestuurd maar bleven wij elkaar min of meer regelmatig zien, en altijd was er weer een warm bad van oprechte belangstelling en een geheel eigen vorm van humor.
    Ik ben blij dat ik soms bij Joop mocht zijn en zal hem missen.

    “Toen zij Bavink: Ik word een beroemd man, zoals een ander zou zeggen: Ze hebben me een dubbeltje teveel afgezet, en we voelden ons bekocht, alle drie, Bavink en Bekker en ik.” (Nescio)

  42. Wat hadden we nog veel te schrijven! Samen een boek, twee, misschien nóg wel één, en jij dan lekker in Spanje, goed voor je luchtwegen: er konden boekenkasten vol geschreven worden! Ik zal nog veel meer óver jou, in gedachten mét jou, en vóór jou schrijven. Maar voor nu houd ik het bij een jammerlijk vaarwel. Bedankt Joop, ik zal je missen, maar ik hou vol!

  43. Beste Danielle, Rascha en Charis,

    Ik wil jullie heel veel sterkte toewensen voor de komende tijd. Ik heb lange tijd aan de UvA gewerkt (bij Arbeids- en Organisatiepsychologie) en kende Joop van allerlei commissies en als collega. Hij was altijd erg betrokken en kwam vaak even mijn kantoor binnen met een grapje. Hij was een geweldige wetenschapper, maar veel belangrijker, een hartelijk mens. Veel sterkte met dit grote verlies.

    Bianca Beersma

  44. Joop was mijn mentor en daarnaast een geweldige “primus inter pares” en baas, collega en vriend. Ik heb veel aan hem te danken en veel van hem geleerd de laatste 9 jaar, niet alleen over sociale psychologie maar vooral ook over de wereld. Daarnaast heb ik in de loop van de jaren natuurlijk een aantal woorden en uitdrukkingen van Joop meegekregen en ondertussen zo vaak gehoord dat ik altijd aan hem moet denken zodra ik ze ergens lees of hoor. Ik denk dat ik er ook wel een paar van heb overgenomen; een bijdrage van bescheiden importantie aan mijn vocabulaire heeft hij dan ook wel geleverd.

    Zomaar een paar dingen over Joop die ik nooit zal vergeten:

    -We zijn twee keer samen naar het Britse BPS congres geweest; in Sheffield en Winchester. Zijn enthousiasme over congresses was ietwat bescheiden, maar voor Engeland (heeft toch een status aparte) maakte hij graag een uitzondering. Samen als anglofielen naar de UK maakte dat hij wel wat kon hebben: de cider die ik per abuis voor hem bestelde (en waar hij geloof ik helemaal niet van hield) sloeg hij moeiteloos achterover, en dat hij in “zo’n klein k*^#tbedje” moest slapen in een veredelde studentenkamer kon er ook nog wel bij.

    -Bij een geboekt succes (b.v. een paper dat geaccepteerd werd) reageerde hij altijd kort maar krachtig, in de trant van “Mooi Bastiaan!!!!!!”. Bij een minder positieve uitkomst (b.v. een paper dat afgewezen werd) reageerde hij altijd bemoedigend en optimistisch, in de trant van “Niet opgeven Bastiaan, Denk aan Meijel, het vaderland en blijf geloven in vooruitgang! hou vol, joop”. Hij kon goed relativeren en optimistisch blijven, maar in echt zwaar weer bespeurde ik ook wel eens een neiging tot escapisme: Die broodjezaak in Oud-Zuid (“Broodje van Joopje”) is er nooit van gekomen, ondanks dat hij al “druk in de weer was met recepten en leuke combinatie”, inclusief bitterballen gevuld met zuurvlees. Typische Joop-humor. Andere voorbeelden van zijn licht ironiserende stijl van humor zijn ongetwijfeld dat hij bij een tegenvallend resultaat fijntjes kon verwijzen naar het eerstvolgende jaargesprek, vooruitlopend op het onvermijdelijke slechte nieuws dat er op zoek gegaan kon worden naar een andere baan. Tja, the proof is in the pudding…

    -Verder herinner ik me eindeloos veel gesprekken: Over hippe bandjes, Londen, kunst, de muffigheid bij de overburen aan de andere kant van de gracht, over beren en wolven, bijgeloof, bier en wijn, en niet vergeten over kippen (ons langslopende onderzoeksproject).

    Ik kan niet geloven dat je er niet meer bent Joop.

  45. Zomaar wat herinneringen van een vroegere aio:

    – Joop die met zijn dochter aan de hand de lift van de Roeterstraat in stapt, en als ze niet meteen meeloopt informeert of ze ook met de lift wil, in alle rust alsof ze niet vier maar vierentwintig was
    – Joop peinzend naar buiten kijkend, met één been op de radiator, wachtend op de volgende afspraak, die ik dan was, en je wees op de aanmerende cruiseschepen op het IJ
    – Joop tijdens een speech, onhandigheid verbergend met tragi-komische uitspraken, die dan weer komisch eindigden, dan weer enigszins tragisch
    – Joop die tijdens overleggen vooral non-verbaal liet merken dat hij het er niet mee eens was. Legendarisch was de stoel waar hij aan de overlegtafel zat naar achter schuiven

    Al met al denk ik dat Joop iemand was die je wat gunde. En omgekeerd. En wat het extra moeilijk maakt is dat we hem nog veel meer jaren gunden

    Joop, het ga je goed daarboven, houd vol!

  46. Als ik aan Joop denk zie ik hem heel helder voor me…hoe hij mijn kamer binnenwaait voor een praatje, door zijn haar strijkt, zijn kin steunend op zijn handen aandachtig naar je luistert of een programmagroepvergaderingen licht verstrooid opent met een of ander grapje. Het is nog steeds heel moeilijk te geloven dat al dit niet meer zal gebeuren en dat Joop er niet meer is. De gedachte aan zijn verlies doet pijn en ik zal hem missen, want naast onze programmagroepleider zijn we vooral een ontzettend aardige man kwijtgeraakt.

    Ik wens jullie, Danielle, Rascha en Charis, veel sterkte en steun en wil jullie en al Joop’s vrienden en collega’s condoleren met het onverwachte verlies.

    Milena Feldkamp

  47. I was always very charmed by Joop’s habit of telling guests and colleagues what was contained in their gifts before they had been unwrapped. I view this as a reflection of his unwavering dedication to uncertainty reduction. His warm and congenial demeanor was definitely integral to my pleasant memories of my time at UvA.

  48. Beste Danielle, Rascha & Charis. Wat een verschrikkelijk nieuws dat Joop is overleden. Wij kenden hem natuurlijk niet zo goed maar sinds de wat nadere kennismaking op het straatfeest was er telkens een praatje en een grapje als we elkaar tegenkwamen. De laatste keer net voor kerst spraken we over jullie eerste ‘echte’ verblijf in Spanje en hoe hij daar naar uitkeek. We spraken over het plan om elkaar op te zoeken in het zuiden en dat het leuk zou zijn verder te praten over zijn boek . Als het voor ons al moeilijk te vatten is dat dat er niet meer van zal komen kunnen we ons er nauwelijks een voorstelling van maken hoe dat voor jullie moet zijn. Het voelt als heel oneerlijk dat die fase van meer rust en vrijheid er niet zal zijn. Wij houden warme herinneringen aan Joop over en zullen zijn vertrouwde verschijning missen. Hopelijk voelen jullie hoe veel mensen met jullie mee leven en hopen dat jullie het laten weten als we op wat voor manier dan ook iets voor jullie kunnen betekenen.
    Aty & Leo (van nummer 258)

  49. What a terrible loss!
    I know Joop since the eighties. I think we first met at a conference of ASPO, I brought him to the station. Later he came to Groningen, where I worked, of course to see Daniëlle, but also visiting our lab. Probably that is where he got the idea to hire me. He struck me as a shy, intelligent, kind person. In 1989 I joined him at UvA, where he had taken up the mission to re-build social psychology. We became a team and good friends.
    There are lots of things to tell about our work, sharing responsibilities; he always trusted me, gave me confidence. We never had a row in all those years (11) we worked together. To the social psychology group, he wanted to be a father like he was to his family; but on the other hand, if one persisted, they could end up in the wrong basket. He was successful in making Amsterdam leading, at least for a certain period.
    More importantly, we became good friends. Although we did not see too much of each other lately, when we did meet it was immediately like old times. Some of the fond memories of things we did and shared:
    – Drinking good wine;
    – Playing squash at lunch time: elegant as elephants, Joop would say;
    – Gossip, relation talk, discussion of the state-of-the-world: Joop always knew a lot;
    – Sjostakovich en Malevich;
    – Good dinners; Joop introduced me to Japanese in Yoichi, Weteringschans; I remember him, tall and all, bowing to the small proprietor; but there were many more;
    – Good laughs, Joop had a loud laughter;
    – Dodging out of conferences for long walks; I vividly remember a walk around Oxford interrupted by stops at beer gardens, and in Chambéry;
    – Polishing and painting the floor at Valeriusstraat;
    – …..
    Too much to tell. Joop was generous, kind, social but also with a certain reservation and shyness, a family man for his actual but also for the extended family. I never got him to organize this big party for his fiftieth, sixtieth……
    I will miss Joop dearly; too much unexpressed.

Share